Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan
724384898

lassen is topsport - dat moet je blijven oefenen

Rook, vuurspetters, gesmolten metaal. In het laslokaal van het Technova College werken deelnemers in de avonduren aan hun laswerk. Ieder op zijn eigen niveau. Wie een passie heeft voor lassen, kan blijven leren én overal aan de slag.

Lassen is topsport - dat moet je blijven oefenen

Vijf deelnemers komen na een lange werkdag aan op het Technova College. Eerst een uurtje theorie, daarna twee uur praktijk. Want één ding is zeker: lassen is topsport. Wie zijn lasvaardigheid niet onderhoudt, raakt het kwijt. 

“Lassen leer je niet uit een boek. Dat moet je doen. Je moet er gevoel voor krijgen”, zegt docent Martijn van der Veen. Hij is voormalig finalist van de Vakkanjers laswedstrijden, praktijkdocent en supervisor bij VMI Holland. “Je leert alleen goed lassen door uren te maken. Daarom bestaat de lasopleiding uit 25 lessen van 3 uur.”

Lassen leer je alleen door te doen 

“Dit is een gemengde groep. Iedereen oefent een ander lasproces, op zijn eigen niveau”, vertelt Martijn. “Er zijn vier lasprocessen: TIG, MAG/MIG, booglassen met beklede elektroden (BMBE) en autogeenlassen. En elk proces heeft vier niveaus. De meeste mensen halen niveau een of twee. Niveau drie en vier zijn voor de gevorderde lassers. Wil je alle niveaus op niveau vier halen, dan ben je zeker vijftien jaar bezig.” 

Iedere deelnemer pakt zijn werkmap. Daarin staat een tekening: hun examenwerkstuk. In de lascabine stellen ze hun apparaat in, ze trekken hun handschoenen aan, klikken hun helm naar beneden en gaan aan de slag. Martijn loopt langs de cabines. “Stop elke keer op hetzelfde punt”, zegt hij tegen Dax. “Dan blijft je doorlassing strak. Het draait om controle.” 

Lassen in de avond: waarom? 

Ze hebben allemaal hun eigen reden om ‘s avonds naar het Technova College te gaan. De een wil groeien in zijn vak, de ander investeert in zichzelf. En weer iemand begint vanaf nul. Halen ze hun examen, dan worden ze beloond met een NIL-diploma (Nederlands Instituut voor Lastechniek). Dax bijvoorbeeld, werkt als wikkelaar bij EMRI. Hij last weinig op zijn werk. “Lassen vind ik mooi. Rustgevend. Je begint met niks en bouwt iets op. Mijn werkgever wilde een lasser met papieren, dus ben ik begonnen met deze cursus.” 

Ricardo wist als kind al dat hij wilde lassen. In de lasfabriek bij zijn stiefvader maakte hij enorme werken. Toen wist hij: dit wil ik blijven doen. Tien jaar lang was hij MAG-lasser, maar nu is hij tankinstallateur en last hij nog zelden. Daarom betaalt hij de cursus booglassen en TIG uit eigen zak. “Ik wil blijven doorleren in de lastechniek. Ik kan niet uitleggen waarom, ik vind het gewoon mooi.” 

Jelle is gestuurd door zijn werkgever Roelofs om aluminium te leren lassen. “Steeds meer klanten willen aluminium. Dat is lastig materiaal: de oxidelaag smelt langzaam, maar daarna gaat het opeens heel snel. Dat is een grotere uitdaging.” 

Na deze opleiding wil hij ook leren werken met rvs. En misschien zelfs elektrode-lassen. “Dan mag je buiten lassen, met zo’n koffertje. Dat heeft ook z’n charme.” 

Lassen is veelzijdiger dan je denkt

Een lasje leg je niet zomaar. Bij elke opleiding leer je iets nieuws. Schoner slijpen. Netter werken. Parameters beter instellen. Nieuw materiaal ontdekken. Strakke naden maken. 

“Lassen heeft iets magisch”, zegt Martijn. “De wereld om je heen verdwijnt. Je ziet alleen nog het licht van de lasboog en het smeltende metaal. Je speelt met de warmte van de zon. En jij hebt de controle. Als je dat leuk vindt, is lassen heel verslavend.” 

Betere kwaliteit, moeiteloos door de keuring

Bij veel werkgevers is er behoefte aan gecertificeerde lassers. Bijscholing zorgt ervoor dat werknemers meer lasvaardigheden ontwikkelen, veiliger werken en betere kwaliteit leveren. Na afloop krijgen deelnemers een officieel NIL-diploma, waarmee ze aantonen dat hun laswerk aan de norm voldoet. 

Maar voor de cursisten zelf is er nog iets anders: trots. 

Dax: “Ik heb een enorme drive om het goed te doen. Als het niet lukt, zoek ik net zo lang naar de oplossing. En als de las eindelijk strak is, dan voel ik voldoening. Ik heb dít gemaakt.”